Willem en Jaspar, de jongens uit de tuin
Botanische manusjes-van-alles Willem Donckers en Jaspar Verbruggen onderhielden de tuin van Rubens alsof het die van hen was. Wie waren deze heren met groene vingers?
Was je tuinman in de 17de eeuw? Dan had je het getroffen. Was je een goede tuinman? Dan vertrouwden edellieden en welgestelden je hun hof toe. Ze betaalden je dan ook een aanzienlijk loon om hun tuin elk seizoen op zijn mooist te krijgen. Een smaakvolle tuin bleek een grasgroen visitekaartje. Met andere woorden: als je het nodige geld had om je tuin aan te pakken, hoorde je bij de happy few.
Bij een tuinonderhoud kwam heel wat kijken. Van spitten, zaaien en mesten tot hakken, wieden en het schilderen van latwerkjes en poorten. Het is een lijstje dat zowat op élk tuincontract uit die tijd terug te vinden is. Van alles wat je met het blote oog kon spotten boven de grond, tot alles wat eronder lag. Bij Rubens was het net zo. Tuinmannen Willem en Jaspar bundelden de krachten met keukenmeid Willemyne om het beste van elk seizoen op tafel te brengen.
Innige vertrouwensband
Volgens overgeleverde documenten kreeg hovenier Willem ongeveer 1000 euro per jaar om de tuin van Rubens’ stadspaleis gezond te houden. Een vrij hoog loon binnen Rubens’ entourage uit die tijd. Daar zit de bijzondere band tussen Willem en de schilder wellicht ook voor iets tussen. Het vertrouwen tussen de twee heren was diep. Toen Rubens met zijn gezin in het buitenverblijf Het Steen in Elewijt logeerden, bleef Willem achter mét toegang tot het domein om de tuin te beschermen tegen overwoekering en verwildering.
Lieve Lucas, kijk bij je vertrek zeker na of je mijn huis goed hebt vastgemaakt, en dat er geen originelen of schetsen op het schilderhuis blijven staan. Zeg ook eens aan Willem, de hovenier, dat hij wat Rosilepeyrkens en vijgen naar Elewijt stuurt – als die er zijn – of iets anders lekkers uit mijn hof.
Jaspar en de appelsienenbomen
Terwijl Willem als hoofdtuinman de touwtjes strak in handen hield, had collega Jaspar een heel eigen taak in de binnentuin. Rond, oranje en heerlijk geurend in de zomer: hij was verantwoordelijk voor de appelsienenbomen en hun oogst. Een cadeautje uit de tijd van Rubens’ Italiaanse jaren? Als buur van Rubens – wonend in huis De Blauw Banck op Hopland – was tuinman Jaspar bekend met de vruchtbare grond in de buurt. Geen wonder dat hij een veelgevraagd tuinman werd. De meest gewilde onder de hovenier. Zo was hij ook kind aan huis bij die andere beroemde Antwerpse familie, de familie Moretus.
Het hoveniershuisje
Kijk even rond in de tuin van Rubens. Je spot er het hoveniershuisje. Een tuinhuisje avant la lettre. Uit latere renovatieplannen van het Rubenshuis blijkt dat stadsbouwmeester Emiel van Averbeke het zaadje van het huisje heeft geplant. Niet in de 17de eeuw, het bouwwerk dateert uit de eerste restauratie van het Rubenshuis van 1937 tot 1946. Al inspireerde Van Averbeke zich wel op de tijdsperiode waarin Willem en Jaspar in de tuin harkten en zaaiden. Daarbij baseerde de stadsbouwmeester het ontwerp op een prent van de tuin van Jacob Harrewijn uit 1692.
Waarvoor diende het hoveniershuisje nu net? Toen Emiel van Averbeke het restaureerde midden vorige eeuw, dacht hij dat de tuinmannen het gebruikten voor hun orangerieplanten. Daar bestaan echter geen geschreven bronnen over. De kans is groot dat Willem en Jaspar drie eeuwen eerder hun citrusplanten in het woonhuis lieten groeien. Gebruikten ze het dan voor tuinmateriaal? Het zou zomaar kunnen. De tuinmannen hadden ongetwijfeld een plekje in de tuin waar ze hun rijke verzameling schoppen, rieken, bloempotten en kapmessen onderdak gaven. Naar het voorbeeld van veel andere tuinen in het Antwerpse uit die tijd.
Waan je Willem of Jaspar en ontdek de tuin van het Rubenshuis!
Hedendaagse baroktuin
Benieuwd hoe de wortels uit Rubens’ tuin eeuwen later nog steeds groeien? Beleef de heraangelegde tuin, een groene oase in hartje Antwerpen.
Meer tuinverhalen
Gebeten door de tuin? Rubens onthult nog meer over zijn geliefde stukje groen.