Interview met Paul Robbrecht
Architectenkantoor Robbrecht en Daem ontwierp het gebouw voor de nieuwe toegang van het Rubenshuis. Van waar komt het concept? Hoe verliep de uitwerking? En wat is de link met de kunstenaar? Architect Paul Robbrecht vertelt.
Was het werk van Rubens een inspiratiebron?
Paul Robbrecht: "Rubens inspireert altijd. Ik was als kind al fan en tekende hem na. De fascinatie bleef. Vooral de dynamiek in zijn werk spreekt me aan. Vreemd, want dat staat haaks op alles wat architectuur is: een rechtlijnige kunstvorm die heel strikt bepaalt hoe iets gebouwd moet worden. Daarom was het zo boeiend om net in dit ontwerp een soort beweging te verwerken. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de manier waarop bezoekers het gebouw doorkruisen. De grote trappen gaan niet omhoog in één lijn, maar banen zich op diagonale wijze een weg naar boven. Buiten doen de gevelkolommen denken aan de vele gespierde ribbenkasten in Rubens’ schilderijen. Allemaal gevoelsmatige verwijzingen, eerder dan puur visuele. Een bewuste keuze."
"Rubens fascineerde me al toen ik nog een peuter was. Ik tekende veel dingen na.”
Een hypermodern gebouw op een historische site. Hoe verzoenden jullie dat met elkaar?
Paul Robbrecht: "Je zegt het goed. Het Rubenshuis is meer dan de oude kunstenaarswoning. Met de portiek, de tuin en het paviljoen als overgebleven blikvangers. De drie bogen van de portico vormen de toegang naar een apart universum. De nieuwe inkom staat helemaal zijdelings en is niet zichtbaar door de openingen. Je ziet eerst het huis en de tuin, pas daarna ervaar je de moderne aanvulling. Buiten is die dus heel discreet aanwezig, maar eens binnen kun je het totale domein perfect overschouwen. Heel subtiel wordt alles zo uiteindelijk één geheel.
Nog een leuk detail: het gebouw staat op de plaats waar Rubens zijn grote collectie boeken bewaarde in een aantal kleinere huizen. Dat studie-idee leeft binnenin verder. Naast het onthaal en de ticketbalie voor Rubens Experience kunnen bezoekers er ook snuisteren in de duizenden documenten van de bibliotheek. Verder is er nu ook extra ruimte voor de administratie en directie."
“Door de uitbreiding met de portiek, de tuin en het paviljoen is het huis van Rubens meer dan enkel zijn kunstenaarswoning. Wij voegden daar op onze beurt discreet iets nieuws aan toe.”
Dus 400 jaar later mag u verder bouwen op die architecturale visie van Rubens. Bijzonder, toch?
Paul Robbrecht: "Ja, vooral met de portiek liet Rubens een heel zware handtekening achter als architect. Door de slimme perspectieflijn gaat je aandacht meteen naar het tuinpaviljoen. Dat idee haalde hij bij de Italiaanse maniërisme-beweging, een heel verbeeldingrijke kunststroming. In Mantua zag hij het werk van Giulio Romano en in Rome bestudeerde hij de artistieke erfenis van Michelangelo. De gelijkenissen met die laatste zijn opvallend, ook al schelen ze zo’n driekwart eeuw. Net als Michelangelo werd Rubens architect vanuit zijn schilderen. Zijn bouwwerken hebben dan ook iets painterly. Er zit heel veel korrel in. Daar moet je dan als hedendaagse architect mee aan de slag. Wij voegden dat schilderachtige toe via het schaduw- en lichtspel van de kolommen in de gevel."
"Rubens werd eigenlijk architect vanuit zijn schilderen. Je voelt heel veel korrel in zijn bouwwerken. Iets painterly."
Het Rubenshuis is een kluwen van functies midden in de stad. Was dat geen complexe opdracht?
Paul Robbrecht: "Absoluut. Toen Rubens hier kwam wonen, was de Wapper nog een soort grensgebied tussen Antwerpen en ‘de buiten’. De stad werd alsmaar groter en bepaalt vandaag grotendeels wat je ziet. Het landschap moet je je nu inbeelden. Maar het hele complex rond het huis van Rubens was – samen met het Kolveniershof – toen al een wereld op zich. Met veel artistieke vibes, maar ook met sterke familiebanden en hechte vriendschappen. Rubens’ moeder woonde ook vlakbij. Ondanks de vele verbouwingen zitten die herinneringen nog steeds in de gebouwen. Wij voegden daar een historische laag aan toe met een constructie van nu. Zo schrijven we verder aan het verhaal. Met veel respect voor het verleden, maar tegelijk overtuigd dat het bijna noodzakelijk is om in een stad iets van je eigen tijd te brengen. Zelfs in een historisch waardevolle omgeving zoals die van het Rubenshuis. Sterker nog: het zou een leugen zijn om terug te gaan in de tijd.
Vergeet niet: Rubens was een moderne architect en hij zou vandaag wellicht denken zoals wij. Wat hij toen neerzette, was voor die tijd eigenlijk even grensverleggend. Hij introduceerde een nieuwe vorm van architectuur. Al mag je het toenmalige Antwerpen niet onderschatten. Door de haven was de stad verbonden met de hele wereld en figuren als Plantijn drukten hun stempel. Het was een metropool die openstond voor nieuwe dingen. Net als vandaag. Daarom durfden we het aan om al vanaf de straatzijde een heel duidelijk signaal te geven: hier stap je een andere wereld binnen. Vanuit het commerciële hart recht naar dat van de grote kunstenaar. Iets compleet anders, dat meer concentratie en een scherpere blik vereist dan de winkels in de buurt."
"Het domein grenst aan een zeer commerciële plek in de stad. Aan de straatzijde geven we een duidelijk signaal: wie hier binnenstapt, komt terecht in een andere wereld."
Hoe begin je aan zo’n ontwerp, wetende dat iedereen – ook Rubens – meekijkt?
Paul Robbrecht: "Je denkt aan die man en bepaalde dingen komen bij je op. Vooral de gedachte dat hij hier zijn eigen bibliotheek had, bood massa’s inspiratie. Het gebouw is dan ook opgevat als twee tegenover elkaar staande boekenkasten. Over de vijf verdiepingen heen volgestouwd met naslagwerken en documenten. Zowel in de bookshop, de bibliotheek als de functionele ruimtes. Een groots idee dat teruggaat naar een kleine voetnoot. Je leest dat en begint te brainstormen.
Rubens was ook een familieman. Hij leefde in dat huis, speelde met de kinderen in de tuin en portretteerde zowat de hele familie. Dat gemoedelijke sloop als vanzelf binnen in het project. Waar de buitenkant – mede door die vijf bouwlagen – een sterke monumentale indruk maakt, is de binnenzijde veel huiselijker opgevat. Alle boeken rondom geven een soort warmte. En zorgt ook voor een zacht en dempend geluid."
Die Antwerpse huisman was wereldberoemd. Zit dat internationale karakter ook in het ontwerp?
Paul Robbrecht: "Rubens liet zich inspireren door de kunst uit het antieke Rome. En zo heeft iedere creatie een geheugen, vaak met de klassieke overtuigingen als basis. Ook ons project. Het planschema is gebaseerd op de ABA-vorm uit de geometrie, die zijn oorsprong vindt in de muziek. Dat is binnen de architectuurwereld een universeel gegeven. Maar het werd zeker geen internationaal spektakelgebouw. Daar hielden we ons heel ver van af."
"Rubens is een van de eerste kunstenaars die met andere kunstenaars samenwerkte om tot een finaal resultaat te komen. Net als een architect dus."
U houdt duidelijk van Rubens’ werk. Welk schilderij is uw favoriet?
Paul Robbrecht: "Er één uitpikken is moeilijk. Ik hou van de heel monumentale werken. De meeste mensen vinden dat té, maar ik bekijk ze als abstracte schilderijen. Ik probeer de inhoud los te koppelen en laat me meeslepen door de enorme dynamiek. Toch kies ik voor de kleinere schilderijen over de graflegging van Christus of die waar vrouwen en apostelen na zijn dood rond hem staan te huilen. Die diagonale beweging van dat oplichtende levenloze lichaam in een duistere setting boeit me enorm. Ook de geweldige kruisafnames spelen vaak in mijn hoofd. Ze overstijgen het spektakel.
Rubens was een van de eerste schilders die samenwerkte met andere kunstenaars om tot een resultaat te komen. Hij omringde zich met straffe talenten als de jonge Antoon van Dyck. De ene was goed in dieren, de andere in landschappen. Ik vergelijk dat graag met ons architectenberoep. Wij werken vandaag ook niet meer als individu, maar in groep. Met mensen uit verschillende disciplines waarmee je dagdagelijks intensief communiceert. Van Rubens wordt vaak gezegd: ‘Hij heeft dat niet zelf gedaan’. Precies daarom is hij een vooruitstrevende kunstenaar. Zo maken we vandaag toch ook films en theater? Het begint misschien wel bij iemand, maar het eindigt als teamwork. En dat was bij de realisatie van dit project niet anders."