Overslaan en naar de inhoud gaan
Lotte Dodion brengt haar gedicht Lijflied Ans Brys

Poezieweek: Lijflied van Lotte Dodion

Uitzonderlijk rook het Rubenshuis een maand lang naar grafiet, waskrijt en inkt. Vijf weken op rij nodigde dichteres-performer Lotte Dodion Antwerpse vrouwen uit voor een bijzondere poseersessie in Rubens’ atelier. Niet de illustratrices maar de modellen zelf bepaalden hoe bloot ze gingen. Ze vertelden tijdens het poseren ook over hoe het voelt vrouw te zijn en bekeken te worden. Lotte verwerkte de getuigenissen tot een sterk gedicht.

Bijzondere poseersessies

De poseersessies waren op meerdere vlakken bijzonder. De locatie was al uitzonderlijk: precies op dezelfde plek poseerden vijf eeuwen geleden andere Antwerpse vrouwen voor Rubens. Heel even werd de artistieke traditie in het atelier van de beroemde schilder weer verdergezet.

Maar wel op een moderne en bespiegelende manier. Het ging deze keer niet om de afgewerkte portretten, maar vooral over de modellen. Tijdens de sessies ging Lotte Dodion met de vrouwen in gesprek. Hoe voelt het als vrouw te worden bekeken en geportretteerd? Wat waren ze bereid te tonen en wat niet? Ze hielden zelf de touwtjes in handen. Waar lag voor elk de grens?

Vrouwelijk project

Rubens schilderde alle portretten in zijn atelier vanuit een mannelijk perspectief. Tijdens de sessies keerde Lotte Dodion dit om. Voor het eerst stond op deze plek de vrouwelijke blik centraal. Niet toevallig waren de vijf uitgenodigde illustratrices allen vrouwen, die de portretten maakten vanuit een vrouwelijke kijk. 

"Mezelf letterlijk blootgeven op deze plek doet iets bijzonders met mij. Het verrast me, maar omringd door het werk van Rubens voel ik me heel vrouwelijk. Een beetje zoals op de dansvloer, maar daar sta ik natuurlijk niet naakt.”
(anoniem model)

Tijdens het poseren keken nieuwsgierige bezoekers met hen mee. Voor buitenstaanders heeft kijken naar naakt iets stiekems en voyeuristisch. Zo werd elke sessie tegelijk een heel intiem maar ook spannend project op het kruispunt van voyeurisme, feminisme en live-performance.

(Terug)kijken in een gedicht

Op basis van de getuigenissen schreef Lotte een nieuw gedicht. Een weerwoord op een eeuwenoud gedicht dat Gaspard Gevartius schreef op 6 december 1630, naar aanleiding van het huwelijk van de toen 53-jarige Rubens met de 16-jarige Helena, 'het mooiste meisje van de stad’.

In zijn gedicht verwijst Gevartius naar de mythische schilder Zeuxis. Die moest meerdere meisjes laten poseren voor één enkel schilderij. Van elk meisje koos hij de mooiste eigenschappen: de neus, de ogen, de wangen, de sneeuwwitte borsten of de stijve tepels. Rubens had zoveel modellen niet nodig: Helena combineerde al deze eigenschappen in één mooi lichaam.

In haar weerwoord op dit gedicht vertrok Lotte vanuit een heel eigentijds, vrouwelijk perspectief. Bekijk of lees hieronder het gedicht:

LIJFLIED
Lotte Dodion

 

Je kent het kijken van de jager en de prooi.
Het kijken als ja-neenvraag: is ze mooi?
Je kent de oogcodes om te ontsnappen.
Iets te lang terugkijken is in een oogval trappen.

Je kent het kijken van techniekers die je op willen meten. Ze willen je
perfect symmetrisch, volgens de gulden snedes van hun verlangen afgepast.

Je kent het onverschillig kijken en kijken om iets te krijgen.
Je kent het kijken als lijmen, 1 sec, 2 sec, 3 seconden blikken
aan elkaar geplakt, de kleefkracht van je ogen.

Je kent het kijken als een vorm van kraken.
Hoe je ook je ogen sluit, iemand wil binnenraken.
Je kent het kijken als gluren waarbij je door de kieren in iemands blik
je probeert binnen te duwen.

Het kijken met rollende ogen als sloopkogels
om iets in de ander aan diggelen te slaan.
Het graaikijken als de grijpers in een Lunapark,
je krijgt haar blik niet te pakken, steeds weer grijp je ernaast.

Je kent het koortskijken van verlangen, om uit jezelf te treden.
Je kent het kijken om een lijf te annexeren, om te controleren.
Kijken door ogen van gewapend glas of sluiers van tranen.
Vanuit ooghoeken in de gaten, kijken of iets valt binnen te halen.

Al mijn jaren van kijkervaring.
Al mijn jaren in dit lijf.

Dit trotse lijf waarin ik draag waaruit ik bloed
waarin ik groei waarin ik moet
leren omgaan met blikken.
Dit wijze lijf
zo vol van mij.

Kan je zien wat ik belichaam
voorbij mijn volle borsten
wat boezem ik je in?

Kan je los van mijn proporties
Zien hoe ik me tot de wereld verhoud?

Ik
kijk
om met eigen ogen te zien.
Hoe zacht ik besta, een verandering onderga.
Ik wil kijken als getuige, ik zie de voor- en na die telkens ik knipper ontstaat.

Ik kijk als vorm van begrijpen.
Om te onderzoeken, te spiegelen, iets van mij in jou te vermoeden.
Als vorm van geven, als vorm van zegenen.

Ik wil het kijken van oude ogen waarin een troebelheid is gekomen,
een verzachting van focus.

Ik kijk om tot mens te maken. Ik heb je gezien.
Een blik op kousenvoeten glijdend ik wil
koesterend kijken, je laat mijn netvlies niet meer los.

Ik wil kijken als ultieme vorm van strippen, traag een laagje weghalen,
om beurt een oordeel onthullen en langzaam loslaten
tot we met onze blootste ogen kunnen zien wie we zijn.

Ik wil naakt voor je staan als jij met ontblote ogen durft kijken.
Ontdaan van je oordeel met je binnenogen kijkt.

Kunnen we elkaar ontmoeten
halfweg deze blik
op gelijke ooghoogte
elkaar doorzien
precies zoals we zijn
met onze blootste ogen
op gelijke ooghoogte?

Slotavond op 5 januari 2023

Lotte presenteerde het gedicht op de slotavond van het project, net voor de sluiting van het museum. Ze ging daarbij ook in gesprek met kunsthistorica Katlijne Van der Stighelen, docent kunstfilosofie Hans Maes en leerkracht humane wetenschappen Silvia Terrenzio. Een leerrijk debat over de vrouwelijke (re)presentatie in de kunstwereld in de tijd van Rubens en vandaag.

Illustratoren Juliane Noll, Nel Maertens, Myriam Voet, Shamisa Debroey en Betül Sefika presenteerden die avond ook hun tekeningen van de poseersessies.

 

 

Geïnspireerd door Rubens

Portret van de halfnaakte Helena Fourment is afgebeeld voor een abstracte, donkere achtergrond, ze draagt enkel een bontjas.

Voor dit project haalde Lotte haar inspiratie bij Rubens. Op precies dezelfde plaats maakte de schilder een van zijn intiemste portretten. Op ‘Het Pelsken’, zoals het schilderij vandaag wordt genoemd, portretteerde hij Helena Fourment, zijn tweede echtgenote, heel sensueel met niets dan een bontjas aan.

Het persoonlijke schilderij was bestemd voor in de slaapkamer, voor haar en zijn ogen alleen. Toch werd het doek jaren later van zijn plek gehaald en werd het wereldberoemd. De naakte Helena is intussen al zo’n 300 jaar lang door miljoenen mensen bekeken in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

‘Vrouwelijkheid wordt geassocieerd met twintigers, dertigers en veertigers, maar ook een vrouw van negentig, een kind of een man kunnen zeer vrouwelijk zijn.’
(Els Aerts, 67 jaar)

Schrijf je in op de nieuwsbrief