
Peter Paul Rubens, Aanbidding der herders
Rubens hield van olieverfschetsen. Met zijn levendige ontwerpen in olieverf wedijverde hij met beeldhouwers om grote opdrachten – zoals het bouwen van altaren – binnen te halen. Voor welk groot kunstwerk of opdrachtgever hij deze olieverfschets of ‘modello’ uit 1615-1616 uitwerkte, blijft een geheim.
Peter Paul Rubens (1577-1640)
Aanbidding der herders
1615-1616
Olieverf op paneel
Te zien in het Museum Plantin-Moretus (Antwerpen)
Ze lagen bij nacht in de stal. Precies die nachtelijke setting maakte het kersttafereel tot een dankbaar thema om te werken met licht en donker. Of beter: te oefenen. Rubens maakte de olieverfschets als model voor een groter schilderij of om te gebruiken als studiemateriaal in zijn lessen.
Drievuldig licht
De duisternis wordt tot drie keer toe subtiel doorbroken: door een lichtbron achter de stal, via de stralende putti (naakte, mollige kinderen met vleugels) en door het Christuskind zelf. Logisch, want Jezus ‘brengt het licht in de wereld’. Vooral expressieve lichaamsdelen als gezichten en handen worden mooi uitgelicht.


Barok versus Renaissance
Het is slechts een van de vele kersttaferelen die Rubens schilderde. De betekenis van het Kind in de kribbe was de ideale insteek om te experimenteren met chiaroscuro of clair-obscur. Meer dan in de Renaissance wordt deze licht-donkertechniek in de barokperiode gebruikt om theatrale effecten en emoties te creëren. Ook stadsgenoot Jacques Jordaens maakte in die periode meerdere ‘aanbiddingen’.

Goedkeuring
Een olieverfschets diende meestal als voorbereiding voor een groter schilderij. Met een ‘modello’ probeerde Rubens de compositie uit die hij in zijn hoofd had. Voor hij aan het effectieve werk begon, legde hij de schets ter goedkeuring voor aan de opdrachtgever. Alleen al die ‘klantgerichte’ werkwijze maakte hem tot een pionier.
Aanleren en zelf blijven leren
Voor welk later werk hij de Aanbidding der herders maakte, is nog steeds een mysterie. Mogelijk bleef het bij een studieobject om het licht-donkereffect bij te brengen aan de leerlingen in zijn atelier. Met het oog op hen én zijn verdere vorming verzamelde Rubens ontelbare olieverfschetsen. Hij probeerde later ook nog heel wat andere nachtelijke voorstellingen uit.
Altaarbouwer
Rubens gebruikte zijn olieverfschetsen eveneens voor ontwerpen van wandtapijten, triomfbogen bij een ‘Blijde Inkomst’ en zelfs de bouw van kerkaltaren. Met zijn levendige voorstellingen wedijverde hij met beeldhouwers om grote opdrachten binnen te halen. Een bijzonder altaarstuk uit onze collectie was vermoedelijk een eerste ontwerp voor het hoogaltaar van de Sint-Carolus Borromeuskerk in Antwerpen, gebouwd door en voor de Jezuïeten tussen 1617 en 1620.
