Overslaan en naar de inhoud gaan

Rubens' zelfportret gerestaureerd

Ontdek hier hoe de restauratoren te werk zijn gegaan

Het Zelfportret van Rubens heeft het afgelopen jaar een ingrijpende restauratie ondergaan. De specialisten van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) kregen de opdracht om de vernislagen en de talrijke overschilderingen te verwijderen en om beschadigde en versleten delen te herstellen. Het resultaat is verbluffend. De penseelstreken van Rubens zijn opnieuw zichtbaar geworden, waardoor het zelfportret een ‘nieuw’ kunstwerk lijkt te zijn.

Grondig technisch onderzoek

Alvorens het schilderij te restaureren, hebben de specialisten van het KIK het kunstwerk onderworpen aan een grondig onderzoek met hypermoderne technieken zoals IR, IRR, röntgen, macro-XRF, uv-fluorescentie en fotografie met raaklicht. Dit multidisciplinaire onderzoek maakte duidelijk dat het schilderij een complexe materiële geschiedenis had, die waarschijnlijk verband houdt met de verschillende keren waarop het schilderij van eigenaar veranderde. Zo lieten vorige eigenaars wellicht na de aankoop of voor de verkoop het schilderij restaureren of zelfs verzagen.

Lichten van een micromonster voor pigmentanalyse

 

Oude overschilderingen, retouches en vernislagen

Het schilderij werd tijdens drie verschillende ‘restauratie-campagnes’ overschilderd, waardoor op sommige plaatsen niet minder dan elf niet-originele lagen (retouches, vullingen en vernislagen) het kunstwerk bedekten. Gelukkig waren de retouches en overschilderingen aangebracht met reversibele of omkeerbare materialen en konden ze gemakkelijk verwijderd worden.

Verwijderen van een overschildering op de achtergrond

 

Op Rubens’ oorspronkelijke verflaag werden drie vernislagen gevonden. De meest recente vernislaag was visueel erg storend. Bovendien werd duidelijk dat de huidige restauratie dringend was. Tijdens de laatste restauratiecampagne (tussen 1973 en 2016) werd het portret immers overvloedig vernist met een vernis op basis van gekookte lijnolie. Omdat de gekookte lijnolie nog niet helemaal gepolymeriseerd was, kon het nu nog verwijderd worden, voordat het helemaal hard en onoplosbaar zou zijn.

 

'De opeenstapeling aan ingrepen in de picturale laag doorheen de jaren vervormde de perceptie van het zelfportret aanzienlijk. Hierdoor was Rubens’ schildertechniek nog nauwelijks zichtbaar met het blote oog.'

 

Vernisafname van het gelaat

 

Oude formaatwijzigingen

Daarnaast gaf het onderzoek ook inzicht in de vele formaatwijzigingen van het schilderij. Oorspronkelijk bestond het schilderij uit twee planken die verticaal aan elkaar waren vastgemaakt. Maar in de loop van de tijd werd het schilderij veelvuldig verzaagd en aangepast. Voor 1956 was de compositie niet enkel vergroot met vier latten, maar werd het portret ook tot een ovaal verzaagd. Nadien heeft men opnieuw vier hoeken toegevoegd om het schilderij weer een rechthoekig uitzicht te geven.

De oorspronkelijke drager is niet meer bewaard gebleven. De geschilderde lagen werden overgezet op een drager in composiet verborgen onder een eikenhouten fineer. De formaatwijzigingen hadden invloed op de compositie: de positionering van de figuur in het beeldvlak is anders dan oorspronkelijk werd voorzien.

Schema lokalisering ovaal formaat tijdens het verwijderen van overschilderingen

 

Behandeling

De volledige originele verflaag werd blootgelegd, waarbij voor elke zone een geschikte techniek werd gekozen die rekening houdt met de oplosbaarheid van de te verwijderen vernissen en overschilderingen. Omwille van de soms zeer complexe laagstructuur van de oude interventies moest de reinigingsmethode worden aangepast. Voor de plaatsen waar oude schades en delen met slijtage aan het licht kwamen, werd gekozen om die visueel te integreren in het schilderij aan de hand van lichte, reversibele en illusionistische retouches. Op die manier wordt het schilderij visueel sterker zonder de schadeplaatsen te camoufleren.

Ook de door de decennia heen toegevoegde delen van het schilderij worden bewaard en geretoucheerd. Het is de bedoeling om aan de hand van kleurnuances of subtiele aanduidingen de niet-originele toevoegingen aan het schilderij te verduidelijken zonder het visueel storend te maken. Op die manier krijgt het schilderij haar authentieke aanblik weer terug (originele verflagen) zonder de complexe materiële geschiedenis van het schilderij (de latere toegevoegde en verzaagde delen) te verbergen.

Het schilderij kreeg een nieuwe vernislaag en de parkettering (ondersteuning van de drager aan de achterkant) werd aangepast zodat de schuivende latten opnieuw mobiel worden.

De restauratrice aan het werk tijdens de retouche

 

Een ‘nieuw’ schilderij

Het schilderij oogt opmerkelijk fris en geeft opnieuw alle details bloot die eeuwenlang onzichtbaar waren, zoals de rode lippen, blozende wangen, de witte hoogsels van het hemd, de kleurvariatie en de aandacht voor de uitgebeelde kledij. Rubens’ brede penseelstreken in de kledij en de achtergrond vallen op. Op sommige plaatsen heeft het werk een sterk schetsmatig uitzicht. Het verraadt opnieuw duidelijker dan tevoren de hand van de meester.

Het zelfportret na restauratie. Foto: Sigrid Spinnox.

Schrijf je in op de nieuwsbrief