- In oktober – november, wanneer de bladeren van de bomen vallen, kan je de tulpenbollen planten.
- Plant de bollen op tijd: de grond moet koud zijn, niet hoger dan 10°C. Tulpen hebben een koude periode van 9 weken nodig.
- Standplaats: zon of open schaduw. In volle schaduw bloeien de tulpen ook maar ze zullen het volgende jaar niet terugkomen.
- Grondsoort: goed doorlatend, niet zuur
- Plantdiepte: 3x de hoogte van de bol. Maak de grond voldoende los zodat de wortels onmiddellijk hun weg vinden.
- Druk na het planten de grond aan. Te losse grond werkt als een spons.
- Tulpen bloeien goed in potten, maar beschouw ze als eenjarig.
- Geef de tulpen op 2 momenten extra voeding: wanneer ze boven de grond komen en wanneer de knoppen zichtbaar worden. Organische mest, roze korrel of tomatenmest zijn goed.
- Geef de tulpen stikstof- & kaliumrijke voeding in de periode tijdens of direct na de bloei.
Na de bloei
- Verwijder de zaaddozen: knip de bloeistengel af net boven de bovenste bladeren. Het ontwikkelen van zaad neemt energie weg van de vorming van de bollen voor het volgende seizoen.
- Bladeren moeten de kans krijgen om af te sterven zodat de plant energie heeft om een goede bol te vormen. Wanneer het blad helemaal bruin is, haalt u de bol uit de grond.
- Een tulpenbol laat u best niet in de grond zitten omdat deze net iets te koud wordt. Vaak is het ook te vochtig waardoor de bol kan schimmelen of rotten.
- Bewaar de bloembollen droog en donker op een goed geventileerde plek, niet warmer dan 17°C.