Het genre van de kunstkamers werd beoefend door een beperkt aantal schilders. Voor zover valt na te gaan zijn er niet meer dan zo’n honderd schilderijen bewaard gebleven. Ze waren bestemd voor de vrije markt, maar soms ook voor vorstelijke opdrachtgevers. Waarom dit fascinerende genre vooral in Antwerpen werd uitgeoefend is lastig te beantwoorden.
Rubens
Leeft
Leeft
De kunstkamer van Cornelis van der Geest ontrafeld
Ode aan de Antwerpse schilderkunst
Begin zeventiende eeuw ontstond in Antwerpen een exclusief genre in de schilderkunst: ‘Constkamers’. In zo’n kunstkamer vangt de schilder de collectie van een trotse kunstverzamelaar, zodat die ermee kan pronken. Meester in het genre was Antwerpenaar Willem van Haecht. Slechts enkele van zijn schilderijen zijn gekend: drie zeldzame Kunstkamers van Cornelis van der Geest, een belangrijk Antwerpse kunstverzamelaar en mecenas van Rubens. Eentje daarvan uit 1628 behoort tot het Rubenshuis. Het schilderij staat op de Vlaamse topstukkenlijst en kreeg een grondige restauratie van de specialisten van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK).
