Overslaan en naar de inhoud gaan
De kruisafneming

De kunstenaar

"Als het leven van Peter Paul Rubens in een woord moet worden samengevat, dan is dat woord ‘kracht’. Zijn kunst is getekend door vitaliteit en hartstocht. De kern van de grandioze barokstijl. Zijn meer dan duizend schilderijen zijn een monumentale presentatie. En dit was slechts een van zijn talenten.” (C.V.Wedgwood. De wereld van Rubens).

Als kunstenaar heeft Rubens een uitzonderlijk teken- en schildertalent. Hij beschikt over een fenomenaal vermogen om te kijken, te begrijpen, over te nemen en creatief te verwerken. En doet dat in alle kunsttakken. In zijn veelzijdigheid kent Rubens geen gelijken. 

De productie van Rubens en zijn atelier is enorm. De meester werkt voor opdrachtgevers met naam en faam in heel Europa: aartshertogen en hertogen, grote koningshuizen, kleinere vorstenhuizen, voorname hovelingen en talloze opdrachten voor de kerk.   

 

Een overzicht van zijn grootste opdrachten

  • 1601
    In Rome voert Rubens zijn eerste grote opdracht uit: drie altaarstukken voor de kerk van Santa Croce in Gerusalemme.
     
  • 1602-1605
    Rubens verblijft in de Italiaanse steden Rome, Mantua, Padua en Verona. Hij maakt in Mantua drie grote schilderijen voor de jezuïetenkerk.
     
  • 1609
    Rubens wordt aangesteld als hofschilder van de aartshertogen Albert en Isabella, maar mag in Antwerpen blijven en daar ook voor eigen rekening werken. 
     
  • 1610
    Rubens schildert voor de Sint-Walburgiskerk in Antwerpen ‘De kruisoprichting’, een van zijn eerste grote opdrachten na zijn terugkeer naar Antwerpen. Op vraag van zijn vriend Balthasar Moretus ontwerpt hij ook titelpagina’s en illustraties voor boeken. 
     
  • 1611
    In de nazomer bereikt Rubens een akkoord met de kolveniersgilde en haar hoofdman Nicolaas Rockox voor het schilderen van De kruisafneming. Dat drieluik is bestemd voor het gildealtaar in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, de huidige kathedraal.
     
  • 1614
    De vraag naar werk van Rubens neemt toe. Hij breidt zijn atelier uit en werkt geregeld samen met andere meesters, onder wie zijn vriend Jan Brueghel en Frans Snyders. In 1616 komt de 17-jarige Antoon van Dyck in zijn atelier werken als assistent.
     
  • 1618
    Rubens wordt betrokken bij het ontwerp en de decoratie van de nieuwe Antwerpse jezuïetenkerk, de huidige Carolus Borromeuskerk. Daar schildert hij in 1620 maar liefst 39 plafondstukken voor, samen met  Antoon van Dyck.
     
  • 1622
    Rubens verblijft in het begin van het jaar in Parijs, waar hij met de koningin-moeder Maria de’ Medici een contract sluit voor de decoratie van twee galerijen in het Palais du Luxembourg. Die wordt in 1625 voltooid.
     
  • 1625
    Isabella bestelt bij Rubens een tapijtenreeks voor een Madrileens klooster. Voor de Antwerpse kathedraal werkt hij aan het altaarstuk De tenhemelopneming van Maria.
     
  • 1628-1630
    Begin juni 1629 komt hij aan in Londen, waar hij de ontwerpen voor de plafondstukken van de Whitehall maakt. 
     
  • 1635
    Op 17 april doet kardinaal-infant Ferdinand, de nieuwe landvoogd van de Nederlanden, zijn Blijde Intrede in Antwerpen. Rubens heeft de uitgebreide stadsversieringen ontworpen in opdracht van het stadsbestuur en had de leiding over de uitvoering van het vele werk. In 1635 verwerft Rubens ook het landgoed Het Steen nabij Elewijt: hij behoort dankzij deze heerlijkheid nu écht tot de adel.
     
  • 1636
    Kardinaal-infant Ferdinand benoemt Rubens tot hofschilder. Hij verblijft in de zomer met zijn gezin op Het Steen en werkt aan zijn grootste opdracht ooit: de decoratie van het Koninklijke jachthuis Torre de la Parada in Madrid. Daar betrekt hij ook andere schilders bij, onder wie Jacob Jordaens.
     
  • 1639
    Koning Karel I van Engeland schenkt Rubens een zware gouden ketting en prins Frederik-Hendrik van Oranje bestelt bij hem een schouwstuk. Rubens’ gezondheid gaat fel achteruit.
     
  • 1640
    Rubens wordt nog erelid van de Accademia di San Luca in Rome. Hij komt door de jicht aan zijn handen niet meer tot werken, maakt op 27 mei zijn testament op en sterft op 30 mei in zijn huis aan de Wapper. Antwerpens grootste burger ooit wordt op 2 juni begraven in de Sint-Jacobskerk. 

Schrijf je in op de nieuwsbrief