Direkt zum Inhalt

Herr Seele: "Rubens was rock-'n-roll"

De barokke schilderijen van Rubens zijn wereldberoemd, maar over zijn privéleven is veel minder geweten. Naar aanleiding van de expo ‘Rubens Privé’ geven drie fans zes wetenswaardigheden over Rubens’ leven prijs.

Ben van Beneden - °1956

Ben is sinds 2010 directeur van het Rubenshuis. Hij is vooral gefascineerd door het onuitputtelijke oeuvre van Rubens. Momenteel schrijft hij een boek over Rubens’ ontwerpen voor kleine beeldjes in ivoor, brons en zilver.

 

Herr Seele - ​°1959

Herr Seele is kunstenaar, vooral bekend van de strip ‘Cowboy Henk’. Hij is ook een fervente Rubens-fan. In 2005 verdedigde hij Rubens als Grootste Belg.

 

Bert Watteeuw - °1981

Bert is onderzoeker in het Rubenianum: het onderzoeksinstituut voor de Vlaamse kunst van de 16de en 17de eeuw waarmee het Rubenshuis nauw samenwerkt.

 

1. Jan Rubens, de vader van Peter Paul, zat geruime tijd in een Duitse gevangenis. Anna van Saksen, de echtgenote van Willem van Oranje, kreeg namelijk een buitenechtelijk kind van Jan Rubens.

Herr Seele“Anna van Saksen was de rijkste vrouw van Duitsland, maar ze dronk. Willem van Oranje was met haar getrouwd voor het geld. Hij wilde van haar scheiden, zodat de paus hem haar geld zou geven. De zwangerschap kwam Willem dus goed uit, en Jan werd er de dupe van. Ik ben ervan overtuigd dat ze Jan erin hebben geluisd. Misschien was het kind niet eens van hem.”

Ben van Beneden“Op overspel stond de doodstraf, een ramp voor het gezin van Jan. Gelukkig hield zijn vrouw Maria ondanks alles nog van hem. Ze schreef een prachtige brief waarin ze hem vergeeft en ze sprak al haar relaties aan om Jan vrij te krijgen. Uiteindelijk hield Jan er ‘maar’ twee jaar gevangenschap aan over.”

Bert Watteeuw“Het was een schande voor de familie en Rubens sprak er liever niet over. Het was meer iets voor in de boekskes.” (lacht)

 

2. Isabella Brant, de eerste echtgenote van Rubens, was de oudste dochter van de zus van Maria. Zij was dan weer de vrouw van Filips, de broer van Rubens. Isabella moest dus tante zeggen tegen haar schoonzus.

Bert: “Zulke kluwens kwamen wel vaker voor bij rijke families. Clara Brant, Isabella’s jongere zus, trouwde op haar beurt met Daniël II Fourment, de oudere broer van Helena, Rubens’ tweede echtgenote.”

Ben: “De elite kende elkaar goed en wilde het geld in eigen kring houden. Iets wat vandaag de dag nog gebeurt. Tegelijkertijd was Isabella waarschijnlijk erg onder de indruk van Rubens' persoonlijkheid, die toen al een opvallend figuur was. Rubens was een kunstenaar, maar ook een belezen man en een meesterverteller met aanzien. Hij kende de Bijbelse en de antieke verhalen op z’n duimpje, zodat hij ze moeiteloos voor de geest kon halen als hij creëerde.”

Herr Seele: “Om diezelfde reden schilderde hij niet veel portretten in opdracht. Hij vond dat minderwaardig, al heeft hij wel mooie zelfportretten geschilderd waarop je zijn herkenbare hoed ziet. Die hoed was geen modeverschijnsel. Het hielp hem om tegen het licht te kijken en te schilderen. Anderzijds hielp de hoed hem misschien ook om zijn gedachten te controleren. Schilderkunst is vergelijkbaar met topsport. Je concentratie is torenhoog.”

 

3. Rubens woonde tijdens de verbouwingen aan zijn huis in bij zijn schoonouders.

Herr Seele: “Voor Rubens moet dat geen punt geweest zijn. Hij was sowieso weinig thuis. Rubens en Isabella vormden een sterk team. Als kunstenaar heb je ook een sterke vrouw nodig, eentje die alles voor je regelt en op wie je kan terugvallen. Het was toen ook niet zo eigenaardig om bij je schoonouders in te wonen. Zijn schoonfamilie was trouwens erg vooraanstaand. Maar hij had hen al ingehaald, net als zijn eigen familie."

Ben: “Rubens en zijn schoonfamilie voelden zich erg goed bij elkaar. Rubens was bovendien een erg warme man, totaal niet arrogant. Er ging een grote menselijkheid uit van hem.”

 

4. Isabella Brant overleed op 34-jarige leeftijd. Rubens schreef dat hij ‘een uitmuntende gezellin’ had verloren. Hij vereeuwigde haar in het centrale altaarstuk van de kathedraal.

Bert: “Op de tentoonstelling ‘Rubens privé’ kan je nog een ander portret van Isabella zien. Het portret komt uit het Palazzo degli Uffi zi in Firenze en werd waarschijnlijk na haar dood geschilderd. Isabella is trouwens niet alleen herkenbaar in religieuze schilderijen. Je vindt haar ook terug in mythologische afbeeldingen met iets minder kleren om het lijf.”

Ben: “Je moet natuurlijk oppassen dat je de vrouw van de schilder niet overal in ziet. Isabella en Helena, zijn tweede vrouw, beïnvloedden hem sowieso. Soms onbewust, want je schildert wat je kent. Rubens schilderde het menselijke vlees als geen ander: sensueel en tastbaar.”

Herr Seele: “Rubens beleefde veel plezier aan het borstelen - ook wel ‘la peinture vache’ genoemd. Alsof je schildert met een koeienstaart. Heel los en ongedwongen, en toch zat hij er telkens pats op. Bij Rubens’ stijl denkt men meteen aan de kenmerkende spiermassa van zijn figuren. Voor mij is zijn onbezorgde manier van schilderen het mooiste goed.”

 

5. Rubens hertrouwde met Helena Fourment. Hij was toen 53, zij 16.

Bert: “Eigenlijk was het standenverschil belangrijker dan het leeftijdsverschil. Rubens koos bewust voor een jong burgermeisje in plaats van een oudere adellijke vrouw. Ondanks de suggesties van zijn omgeving. Rubens had intussen ook de riddertitel gekregen van de Britse koning. Een hele eer.”

Ben: “Helena was de dochter van een belangrijke tapijtenhandelaar. Ze kwam uit een goed milieu, maar was niet van adel. Een opluchting voor Rubens. In een brief schreef hij dat hij niet hield van adellijke vrouwen. Ze hadden te veel kapsones. Hij wou een vrouw die niet bloosde als hij zijn penselen vastnam.”

Herr Seele: “Een jong meisje is ook een beter model. Deze nieuwe liefde kreeg ook een plaats in Rubens’ schilderkunst. De kerk was niet langer zijn opdrachtgever. De liefde stond centraal. Rubens maakte kunstwerken zonder thema, omdat hij het graag deed en omdat hij het kon. Rubens was rock-‘n-roll. Niet enkel zijn vakmanschap, maar ook de manier waarop hij kunstwerken opstelde, was groots.”

 

6. Rubens kreeg nog een dochter na zijn dood. Ze ging op haar zestiende naar een klooster in Brussel.

Ben: “Dat is inderdaad droevig. Drie weken voor zijn dood feliciteerde hij zijn leerling, vriend en vertrouweling Lucas Fayd’herbe nog met zijn huwelijk en wenste hij hem een spoedig nageslacht toe. Rubens en Helena wisten toen nog niet dat zij zelf een dochter verwachtten. Na de dood van Rubens trouwde Helena opnieuw. Deze keer met de vijf jaar jongere Jan-Baptist van Brouchoven, de eerste graaf van Bergeyck. Ze gingen met z’n allen in Brussel wonen.

Bert: “Helena’s tweede huwelijk was erg succesvol en Jan, de oudste zoon, werd een belangrijk staatsman.”

Herr Seele: “Bovendien erfde Helena een groot deel van Rubens’ nalatenschap. Rubens was bewust genereus. Hij bleef altijd een diplomaat. En wat dat klooster betreft: vroeger was het een hele eer om in ’t klooster te gaan. Zelfs ik had mijn roeping tot mijn 21ste. Ik las veel in de Bijbel en schilderde religieuze thema’s.”